maandag 27 juli 2009

zaterdag 25 juli 2009

Het voordeel aan een B&B is altijd het ontbijt zelf: lekker en gezellig bij de andere gasten, in dit geval een Amerikaanse met 14-jarige dochter, en een praatgrage gastvrouw. Honderduit vertelde ze over haar reizen door de wereld.
We moesten nog de must-do hike doen naar plain of the 6 glaciers, te vertrekken in Lake Louise.
We waren nog maar net op de baan, of er liep al bijna een kudde vrouwtjes bighornsheeps onder de auto. De rest van de weeral 50km weg daarentegen was verlaten.
Eenmaal bij Lake Louise bleek het al zo heet te zijn, dat we de klim die hoort bij de geplande wandeling niet aandurfden. We deden een korte hike door het bos naar een overlook-punt, en in dat bos hadden we wederom nog eens schrik voor de beren: waarschuwingsborden overal waar je kijkt – hier mocht je eigenlijk zelfs niet wandelen met minder dan 4 personen – en een heel dicht begroeid bos. Maar het enige levende wat we tegen kwamen waren Belgen: daarboven op het uitkijkpunt was het bijna een Vlaanderen-meeting: een grote groep, een kleine groep, een ouder koppel en wij; en verder geen andere nationaliteiten, wel grappig. We zijn nog heel lang met het andere koppel blijven babbelen (bleken de ouders te zijn van de nieuwe neuroloog in Overpelt, Bart Van Wijmeersch)

Zo hoog boven het meer waren we gewandeld

Toen we eindelijk terug naar het meer gewandeld waren, wisten we niet goed wat doen (te heet om serieus te wandelen, te veel zon om op het meer te kajakken, … even ter info: ’t is niet dat we watjes zijn, maar we zijn allebei blijkbaar extreem gevoelig voor een zonneslag; ligt het aan de hoogte of zo misschien??)
Net op het moment dat we bijna slecht gezind werden van besluiteloosheid, hoorde we doedelzakmuziek; eerst 1tje, maar toen we op het geluid afgingen bleek het een hele groep te zijn: “drums & pipes” allemaal in Schotse quilts; ze waren wat aan het repeteren, maar al snel bleek dat ze gingen beginnen met een optreden. O o o, wat was dat speciaal!!!!! Op zo’n prachtige zomerdag, op zo’n uitzonderlijk prachtige locatie zo’n mooi optreden zien! Snif snif, ik raakte er ontroerd van!
We hebben het hele optreden uitgekeken. – niemand die we vroegen wist ons trouwens te vertellen waarom er zo’n optreden was …


Daarna een korte extra autorit naar het nabij gelegen Morraine lake – zou zowaar nog turquoiser moeten zijn. We namen een lekkere sandwich en nestelden ons gezellig aan de oever van het koude water … nou ja, gezellig … binnen de korste keren waren we omsingeld door muggen maar vooral: dazen! En die staken!! We hebben 3 plaatsen geprobeerd, maar nergens zaten we op het gemak.

Cowboy Jurgen op een mooie foto

Heel wat foto’s later besloten we om nog met de gondola omhoog te gaan voor een ver, hoog zicht op lake Louise. De kabelbaan sloot al om 17u, en het was bijna de moeite niet op de foto's te zien; maar terug naar Banff gereden, naar Johnson Lake, een meer dat een serveerster had aangeraden om te zwemmen omdat het enkele graden warmer is dan de andere meren. We kregen een mooi staaltje te zien van Candada’s “4 seasons in one day”, want de tropische hitte had in Banff al plaats gemaakt voor een koele onweersbui. Maar Jurgen heeft toch nog een duik gewaagd in het water van pakweg 10°.


Op de terugweg naar het stadje kwamen we een coyote tegen, en even later weer enkele dikhoornshapen.



De rest van de avond hebben we gewandeld en terrasjes gedaan in Banff centrum.

onze bed and breakfast

vrijdag 24 juli 2009

Al de reisgidsen staan vol met foto’s van perfecte reflecties van de bergen in de turquoise meren; na tientallen meren gezien te hebben, had zo’n reflectie ons nog nooit voor het oog voltrokken, tot deze ochtend: Pyramid Lake lag er verbazend vlak bij en dat leverde deze foto op;


Vandaag moesten we terug in Banff zien te geraken, over de 275km lange prachtige bergweg. Eigenlijk was er geen tijd meer voor, maar toch deden we de 50km lange (enkele!) rit naar Maligne lake.

Medicine Lake, halverweg naar Maligne lake

De weg ernaartoe is normaal vol met wildlife, maar op deze bloedhete zomermiddag zullen al die elanden en beren wel onder een struikje hebben liggen puffen.
De BBQ-restjes kregen een 2de kans op een mooie picknicktafel aan het meer.


We hadden wel zin om met een bootje het lange, smalle meer af te varen, maar de tijdsnood verhinderde dat. Dan maar even bootje baden in het ijskoude water en de 50km snel terug gereden.
Op de Icefield parkway stopten we nogmaals bij het Columbia ijsveld, waar we deze keer wel op tijd waren voor de begeleide toch naar de Athabasca-gletsjer. Men zei hier en daar dat het de warmste dag van het jaar was, maar op aanraden van ma en pa deden we toch maar een lange broek aan, en ging het dikste vest mee op de grote bus met monstertruck-achtige banden. De chauffeur van deze ijs-explorer gaf entertainende goede uitleg gedurende de rit naar, en op de gletsjer. Het is wel een touristische bedoening; beeld je in, een cirkel van pakweg 100m doorsnee, midden op het ijs, waarop 2 bussen staan met daarlangs de lading van zo’n 150 touristen van alle nationaliteiten, die op 15min allemaal de perfecte foto willen maken … zie je het voor je?
Niettegenstaande was het een schitterende ervaring. Zo vreemd dat de pakken ijs onder je daadwerkelijk bewegen!

We hadden 2 lege flesjes bij, die we vulden met het ijskoude kraakheldere gletjserwater: overheerlijk en beter dan EVIAN.


De gids vertelde dat het hier in de winter met gemak tegen de -60° gaat, binnen 3 weken kan het hier al weer terug gaan sneeuwen ... dat wetende hebben we mega chance met het weer, hoewel trop is te veel (30°+ !)

Het was al tegen half 7 toen we uit de bus stapten, en we moesten nog 180km rijden; niet goed als je in een B&B slaapt! De terugweg bekoorde ons zowaar nog meer dan de heenrit van eergisteren: de avondzon scheen prachtig over de grillige pieken bekleeft met dikke gletsjers.
Met wat snelheidsovertredingen waren we toch al voor 21u bij onze gastvrouw; de b&b ligt heel gunstig: pal tegen het begin van het bruisende centrum. Nog wat foto’s van hertjes die van de hagen in de naast gelegen Kerktuin aan het eten waren.

We zijn nog gaan dineren bij een kaasfondue restaurant, waar we steengril namen op het terras!

donderdag 23 juli 2009

Alsof we thuis waren, reed Jurgen in de ochtend om broodjes, met beleg en zelf gezette koffie nuttigden we alles op onze eigen picknicktafel voor onze cabin.


Diep in de koffer had ik nog een boek bij met enkel wandelingen in Canada. Ik had het al beschouwd als een miskoop, want 80% van de wandelingen zijn hikes voor professionals: 80km in 5 dagen bvb. Maar deze ochtend hielp het ons wel om ons naar een makkelijke wandeling te brengen naar een prachtige plek: Mount Edith Cavell. We wilden de 7km wandeling doen, maar al snel bleek het spectaculairste op 1km te liggen; de verdere wandeling leidde over een stijl pad in volle zon naar weides met bloemen … dat lieten we links liggen en kozen voor het spectaculaire; de voet van Angel Glacier, genaamd omdat hij vroeger leek op een engel, maar tegenwoordig is hij tot zijn buik weg gesmolten.

Toen de gletjser nog wel ver kwam, heeft hij stenen in allerlei formaat gedumpt, en we hebben wel een uur over deze vaak los liggende (met vlak daaronder schuivend ijs) keien geklouterd.

De ijsschotsen in het meertje waren mooi om zien, en in de gevaarlijke ijsgrot kon Jurgen het ook niet laten om een eind naar binnen te lopen; net als een heel aantal andere Belgen.

Daarna nog wat verder gereden tot aan de Athabaska Falls: best wel aardige watervallen, en het was interessant om zien hoe de rivier zijn waterval-punt al over de jaren heen veranderd heeft. Aan de overzijde van de rivier zagen we een zwarte beer lopen in de berm, vlak langs de grote autoweg; wij erheen, en net zoals de beer van gisteren konden we er quasi aankomen.


Het was warm vandaag, en we waren er ondanks de minimale wandelingen toch behoorlijk lui van geworden: we zijn op vakantie, dus geven we er maar aan toe door wat in Jasper centrum te gaan wandelen. Shoppen voor postkaarten, souvenirs, eten voor de BBQ, muggenkaarsen, …
Op de planning stond nog bootje varen op Patricia Lake, vlak voor ons hotel, maar dat schoot er aan over; er was toch wel wat voorbereiding aan onze inprovisatie BBQ, die uiteindelijk heel gezellig werd.

woensdag 22 juli 2009

Deze kamer was zo tof, dat we ze tot uitchecktijd gebruikt hebben. Het inbegrepen ontbijt was bescheiden, maar ok.
Vandaag moeten we naar Jasper: ook een nationaal park en gelijknamig stadje. Bij het regelen van de vakantie bleek al dat de weg tussen Banff & Jasper een van de mooiste wegen ter wereld is en er werd in meerdere reisgidsen aangeraden deze weg langs 2 kanten te doen. Daarop hebben we onze hotels wat afgestemd; we waren enkel wat uit het oog verloren hoe lang deze weg wel niet is!! 285km en volgens de navigatie 5u rijden. En als je dan pas op de middag vertrekt en nog een hoop dingen wil zien onderweg; tja, dan kom je in tijdsnood.

Het eerste stuk van de weg tot aan het beroemde Lake Louise is een highway, momenteel vol met werkzaamheden om de weg te verbreden en wildproof te maken.
De eerste stop bij Lake Louise was meteen wel de spectaculairste; het is er ontzettend druk, maar iedereen wil dat sprookjesachtige meer zien!

Een zakje kersen en véééél foto’s later zijn we er ook nog op het terras gaan zitten voor een broodje; af en toe hoorden we het gerommel – net ontweer – van krakend gletjer-ijs.

Dan DE Icefield parkway. We schamen ons om het te zeggen, maar de eerste tientallen kilometer kon ie ons niet echt bekoren. Wel mooie viewpoints en zo, maar toch kwam HET gevoel niet.

Tot we – op 150km voor Jasper – bij de Columbia Icefield waren geweest; een mega groot ijsveld met verschillende gletsjers, waarvoor een groot visitorcenter gebouwd is. Je kan er gletsjer excursies doen, maar daarvoor was het al te laat op de dag. Maar de uitleg zien van de gletsjers was genoeg om daarna de pracht van de icefield parkway wel te zien: het is zo’n woeste natuur, je moet het eigenlijk gezien hebben


Onderweg in de berm zat een zwarte beer. In het foldertje staat dat je niet mag stoppen omdat de beren dan teveel aan mensen wennen, maar in de praktijk stopt iedereen wel; hoe verleidelijk is het om zo’n dier zo dichtbij in de vrije natuur te kunnen zien! Maar deze was echt wel héél dichtbij! Jurgen stond achter de auto te filmen en heeft mij tijdens het foto’s maken terug de auto ingeroepen.


Wat later ook nog 2 dikhoornschapen op de weg.
Bij het binnenrijden van Jasper was het al meteen duidelijk dat dit geen mondain ski-oord is, maar eerder een gezellig stadje waar menig gepensioneerd Canadees zijn dagen komt slijten. We hadden 2 nachten gereserveerd in “patricia lake bungalows”, en wel in gloednieuw gerenoveerde kamers; ik zal vol spanning of we daadwerkelijk zo’n kamer zouden hebben …
2km voor het hotel ineens een zwarte beer OP de weg! Deze was wel – goed voor de beer – een heel stuk banger en vluchtte meteen het bos terug in (geen foto dus).
De accommodatie bleek fantastisch! Het rook nog naar verf; leuke inloopdouche, 1 flatscreen in het apart salonnetje en 1 flatscreen tv in het keukentje wat voor de 2 grote bedden stond. Er waren ook 2 gezamenlijke BBQ’s ter beschikking. We hebben meteen de folks uitgenodigd voor een BBQ morgen!
We moesten ook weer wat eten dus naar het centrum waar we eerst wat souvenirswinkeltjes deden. Ik had massa’s leuke souvenirs verwacht met JASPER op (was zo leuk voor Tinne & co) maar dat viel tegen; dit park is helemaal niet zo commercieel als alle andere!
Ook voor diner vonden we onze gading niet meteen, totdat we een terrassje op het eerste verdiep zagen; de plaats noemde EARL’s en ’t was de nagel op de kop: Stella Artois, een rib met puree voor Jurgen, en een mojito en thaise groene kipschotel voor mij – en dat op een prachtig terrasje!
“Thuis” nog wat tv gekeken op op de zetel in slaap gevallen …

dinsdag 21 juli 2009

We vonden dat we vorige week nog niet echt voldoende van het National Park “Glacier” hadden gezien, en we calculeerden in om een stukje van de “going-to-the-sun-road” te doen en terug om zo via Kalispell terug naar Canada te gaan.
Jurgen zat door de zolen heen van z’n wandelschoenen, dus we gingen eerst een winkel binnen voor nieuwe hike-boots. Het was nog een lokale winkel, groot en blijkbaar dé jagers-benodigdheden winkel van de buurt; onze mond viel open van verbazing: rekken en rekken vol met grote jachtgeweren, en in de toonbank revolvers. In de rest van de winkel kon je terecht voor camouflagekleding (zelfs voor kinderen vanaf 3 jaar!), grasnetten, schuilhutten, ontbeningsmessen, … en achteraan in de winkel een schoenenafdeling waar Jurgen na veel passen slaagde voor quasi dezelfde boots als de mijne.
Het was al na half 11 toen we aan het begin van het park Glacier waren. Daar was het al loeidruk en we kregen in de smiezen dat we niet de weg door het park en terug konden doen; vandaar de beslissing om via de andere kant terug naar Canada te rijden; over de autostrades en door onze vertrekstad Calgary.



De going to the Sun-Road was magnifiek! Over de Logan-pass lag er hier en daar nog ijs, waar menig toerist zich op aan het uitleven was. Er was ook een natuurlijke tunnel in het ijs (gemaakt door een warmer riviertje dat eronderdoor loopt). Hoewel die echt elke moment kon instorten, ging bijna iedereen er eens door, zo ook Jurgen.


ijsballen gooien bij +22°

Jammer genoeg was er geen hike-tijd op overschot, enkel wat foto-stops bij viewpoints.


Ook geen wildlife meer gezien, enkel wat van die grote zwarte kevers. We dachten dat het een “Bark-beetle” moest zijn; de kever die de laatste jaren zowat 1/5 van de dennebomen in de Rocky Mountains heeft doodgemaakt, maar het bleek een June-beetle te zijn.


We volgden weer de lange weg terug naar Calgary; over de Canadese grens, en langs de grote boerderijen en prachtige gele koolzaadvelden.


Jurgen deed de volledige weg weeral alleen, maar tegen de tijd dat we Banff naderden had hij bijna een relatine-pilletje nodig.

Banff is een Nationaal Park, waarin het gelijknamig stadje Banff ligt. In de winter zijn hier enkele skipiste’s, waardoor het stadje vrij chique is; Louis Vitton winkel bvb, dat zegt genoeg.
Ons hotel voor 1 nacht hier (nog geboekt 2 dagen voor vertrek) is nieuw en heel gezellig. Het zwembad alias hot tub is prachtig; juist gemaakt als ware het een grot. Inclusief sauna! Maar het water was zo vreselijk warm dat je er eerder onpasselijk van werd dan dat het weldaad gaf: zal wel bedoeld zijn om op te warmen na een skidag van -10°.
Deze avond hadden we een rendez-vous met de papa en mama. We zijn gaan eten bij de Italiaan; 4 strawberry-mojito’s & pasta.


Daarna nog wat shopjes gedaan die wat later open waren, en een espresso gaan drinken bij een zaakje waar een koffie-kilster werkt. Het was al 1u in de nacht toen we van bij de folks hun hotelkamer naar de onze liepen.

maandag 20 juli 2009

Zolang we in Jackson Hole geweest zijn, wilden we binnen springen bij een leuk winkeltje/koffiebar om te hoek; deze ochtend gingen we er ontbijten voor we aan onze lange rit begonnen. Het was een winkel waar we vaste klant zouden worden als we inwoner van Jackson zouden zijn (Europees voedingswaar zeg maar), maar als ontbijt hadden ze enkel een wrap met ei en spek tussen ?!


Net vertrokken; op de achtergrond Jackson

Tussen de staat Wyoming (waar Yellowstone & Jackson gelegen zijn) en Montana (de staat grenzend aan Canada waar we terug naartoe moesten) kwamen we door de staat Idaho; weer een staat bij op onze “check”-list. Gedaan tot hiertoe: Californië, Nevada, Arizona, Utah, New York, New Jersey, Maryland, Virginia, Tennessee, Mississippi, Louisiana, Alabama, Florida, Montana, Wyoming en nu dus Idaho= 16; echte die hards USA-gangers dus.

De dag bestond vooral uit rijden, en Jurgen heeft de hele dag aan het stuur gezeten! We kwamen weeral door die dunst bevolkte staat Montana, waar we bijgevolg weinig spectaculairs over te vertellen hebben. Weeral opmerkelijk toch hoe groot de landbouwgronden zijn; heel vaak kwamen we grote graanschuren tegen, en farms die veel weg hebben van de Fisher Price boerderij.



We reden tot Kalispell, een stadje te Westen van Glacier NP, niet zo gek ver van de Canadese grens. Ons hotel lag gebouwd tegen een winkelcentrum, waar we uiteraard even binnen wipten. ’t Was moeilijk om vanavond een leuke eetplaatst te vinden; allemaal ketens en zo, dus het werd een pizza-tent waar de minestronesoep en een lasagna net aan onze behoeften voldeden.
Voor we gingen slapen, gingen we nog even in het zwembad & jacuzzi’s van het hotel.

maandag 20 juli 2009

zondag 19 juli 2009

Waarempel; Jurgen en Kim reden om 6u in de ochtend al uit het centrum van Jackson!!
We reden voor meer dan een uur, constant links-rechts kijkend, terug naar het hoogste meer van de Grand Tetons, maar het enige wat te zien was waren herten; véél herten; het hele bambi-verhaal is me al 60x te boven gekomen, maar tja, herten … die zie je bij ons ook hè.



Intussen was de zon al aardig boven de bergen uit, en onze hoop op spectaculaire foto’s was beneden alle peil. Tot plots voor de lodge van Jackson lake, we een koppel zagen foto’s maken van iets in de vallei; het bleek een mega grote kudde ELK te zijn! Waaw; het tafereel deed denken aan Jurassic Park!



We namen een koffietje + lekkere koffiekoek in de prachtige lodge: hier kon je vanuit de luie zetel een goed zicht houden op de vallei – waar nog steeds die 100den ELK in liepen. Na enkele kaartjes geschreven te hebben, en een half uur aan de lijn gehangen met mama Maria, zus Karolien en moeke Koeken, gingen we maar eens een kijkje nemen bij de ranger die buiten op het terras stond met een ferme verrekijker: das toch altijd heerlijk interessant; die uitleg van de parkrangers, en de interactie van die immer enthousiaste en leergierige Amerikanen!
Op de terugweg nogmaals tevergeefs gespot naar een Moose (waarvan we op dat ogenblik nog overtuigd waren er nog geen gezien te hebben).
We stopten bij Jenny lake, om met de overzetboot een kleine hike te doen. Het begon net te druppelen – volgens de ranger in het visitor center zelfs een stormpje – maar we gingen toch, net als een hele massa andere toeristen: holy cow; hier is het toch ook wel even druk als Yellowstone!
We hadden een foldertje mee met de te wandelen route: ’t zou maar 1,5u heen en terug zijn, maar o-o, dat was toch wel niet te onderschatten: grote hoogteverschillen maar de klim was het waard: je kreeg op de rots echt een “I’m on the top of the World” gevoel.





Plots dreigde er weer een donkere wolk, dus we zijn in snel tempo terug naar de boot gewandeld. Vlak voor het instappen heeft Jurgen nog een Bald Eagle kunnen trekken; blijkbaar was de hele boot naar de vogel aan het kijken, maar ikzelf heb dat volledig gemist 
We waren behoorlijk moe van de hike; we zijn nog was voedingswaar gaan inslaan in de grote hypermarkten, en daarna een douschke. Rond 18u30 waren we weer aan het rondsnuisteren in de shops van Jackson hole.


We zagen een heel leuk terrasje, waar we een reservatie maakten om te dineren. Nog tientallen winkels later, hebben we op dat terras immens genoten van onze zalm en lam + in verhouding prijzige, maar lekkere, wijn.
Nog wat was gedaan in het wassalon van het hotel, en dan onder de wol voor de 850km tocht van morgen terug naar het noorden.

zaterdag 18 juli 2009

Ons goede voornemen om rond 6u te vertekken om wildlife te gaan bezichtigen bij zonsopgang, is wat mislukt: 2u later werden we wakker in onze koude cabin.
We hebben het inpakken en zo dan maar heel op het gemak gedaan, en na het inleveren van de sleutels hebben we het nieuwe visitorcenter van de canyon bezocht:
Gloednieuw prachtig gebouw waarin haarfijn de geschiedenis van Yellowstone wordt uitgelegd, met de nadruk op het feit van de ‘supervolcano’.
Nog een dubbele expresso en een latte to go, en op naar de laatste loop van Yellowstone: Te beginnen met de canyon: deze is toch wel adembenemend mooi: eerst hikten we het steile stuk naar de upper falls: je kon echt op de richel van de afgrond van het bulderende water gaan staan.


Wel héél erg druk over heel dit stuk van Yellowstone, alsook vandaag heel warm! Bij een volgende “scenic overlook” over de Canyon stond een bosje mensen naar een rotspunt te staren; kinderen gilden: look, an eagles nest: and it has a chick in it!! We hebben minutenlang het nest geobserveerd en ineens kwam moeder of vader aangevlogen: woow, dat was de moeite om te zien! Het bleken wel “Ospey’s” te zijn, vertaald via internet: “vishaviken”.


Het was al ver na de middag toen we naar het Zuiden langs “Hayden Valley” kwamen; deze weide staat bekend om zijn vele wildlife, maar er waren enkel hier en daar wat bizons te zien.
We namen ons een broodje bij het iets verder gelegen Yellowstone lake lodge. Wat een prachtige setting voor een salmon sandwich!


Nog wat stops bij enkele stinkende en dampende putten, met als afsluiter de naar mijn mening allermooiste put naar middelaarde: vlak langs het meer; je zou er zo inspringen, tot je hier en daar een bubbel ontdekt die op KOKEND water wijst.


Tussen Yellowstone en het zeer nabij gelegen – en veel bescheidener (in aantal toeristen dan) national park “Grand Tetons” hadden we af te rekenen met wat road work, maar eenmaal we de grillige pieken van de Grand Tetons uit de meren zagen oprijzen, was het genieten.


De nogal gezette parkranger in het eerste visitor center zei ons 3 “must-do” stops; dewelke we braaf deden. Onderweg kwamen we oog in oog met een Coyote (geen foto), en even later stond een koppel ijverig foto’s te maken van – op het eerste zicht – een paard met jong. Wat getwijfeld en toch maar gestopt om ook maar wat beelden te schieten: moeder en kalf waren toen al wat verder weg, maar we gingen er van uit dat we een ELK gezien hadden. Pas vandaag bij het herbekijken van de foto’s, inzoomen, en vragen aan een man op straat, kwamen we tot de vaststelling dat we een Moose met kalf gezien hadden; waaaw, dat stond wel op onze “to-see-lijst”!


Na Jenny lake hadden we het wel even gehad qua natuurschoon, en rond 19u waren we in het leuke dorpje Jackson hole. Dat is een skigebied in de winter, en dat straalt het ook langs alle kanten uit: een Oostenrijkse après ski sfeer maar met toch wat grandeur alla “ASPEN”.
Onze logeerplek “Elk Country Inn” is denk ik de minst goede prijs-kwalitait verhouding van de hele reis, but hey; you can’t winn them all!

Het werd al schemerig toen we te voet in het centrum aankwamen; nog wat super gezellige winkeltje afgestruind, en daarna overheerlijke steak – Jurgen zelfs een buffalo steak - gegeten op een gezellig terrasje.
Het was zaterdagavond, dus het centrum bruiste: de bar waar we waren, however, was leuker geweest met een grote bende. Tegen middernacht lagen we toch weer in onze Queen-size; we hebben het voornemen morgenvroeg WEL vroeg uit de veren te gaan voor wildlife-spotting

vrijdag 17 juli 2009

Brr, ’t was maar koud toen we wakker werden in onze cabin. Planning voor vandaag: de geysers van Yellowstone. De nachten hier in Yellowstone zijn heel koel, maar de dagen in juli zijn best heet: verwacht vandaag: 30 graden!
Een koffietje voor onderweg + brood met jam als ontbijt. Bij het uitrijden van de canyon village zagen we in de achteruitkijkspiegels nog net een bizon achter ons de weg oversteken: cool!
De hot springs, kokende pools en mudpots van Norris en Maddison brachten ons al meteen in de juiste – stinkende – stemming.

Het is zo’n vreemde plek; als je over de houten paden loopt, waan je je echt op een andere planeet: De kokende plassen en spleten in de grond, waar gassen uitkomen die ruiken naar rotte eieren: weird!
Een ranger legde ons nog mooi uit wat de caldera rim is, en waar die loopt: Yellowstone is in de voorbije miljoenen jaren, 3x ontploft. De laatste ring van de vulcaan, kan je op sommige plaatsen nog zien.
Pas tegen 14u30 waren we in Geyser Country: de plaatst waar er de ene geyser tegen de andere ligt. Het visitorcenter wist ons te vertellen dat Old Faithfull (tegenwoordig Faithfull om de +/- 90min) om 15u33 zou uitbarsten: tijd genoeg voor een lunchke in de majestueuze Old Faithfull lodge: ooo, hier hadden we moeten kunnen overnachten!

zie je mij staan?





We zaten ruim op tijd tussen het vele volk op de banken te wachten op de uitbarsting van Old Faithfull, maar hij was laat; 10min later kwam er een serieuze straal water uit, maar we waren getuige van iets speciaals (volgens een ranger): PRECIES op hetzelfde moment (puur toeval), barste er in de achtergrond een grotere geyser uit, die heel onvoorspelbaar is; nou, dat was pas speciaal.


Ik liep er al vast naartoe, terwijl Jurgen Old Faithfull bleef filmen: maar in de grote mensenmassa waren we elkaar kwijt … gelukkig ben ik lang en met m’n gele rugzak had hij me snel gevonden.
We liepen bijna volledig de trail door de putten en geysers: GRAND geyser stond aangegeven dat hij zou uitbarsten tussen 17u en 21u: we hebben er zo’n 10min gezeten rond 17u maar toch verder gegaan. Nog wat gedold in het water van een kleine spuitende geyser: vreemd: de damp is loeiheet, maar het water wat op het pad kwam, was heel koud …

Spasmodic pool & Geyser om 16u: nog compleet vol


Dezelfde plek om 19u30: compleet leeg ???

Maar terug naar die mooie Lodge, waar we een Budweiser en ijskoffie namen, en ons nestelden op het terras, met een prachtig zicht op old faithfull: om 19u zou hij opnieuw uitbarsten (het was 18u); het was er zoooo gezellig, dat we gewoon zijn blijven luieren. Deze keer was die koppige geyser 10min te vroeg, en was de waterstraal merkelijk hoger en mooier. Vooral al die mensen er rondom zijn prachtig om te aanschouwen: die Amerikanen met hun oneindig enthousiasme altijd: heerlijk!
We wilden dit wonderland nog niet verlaten – honger hadden we ook nog niet – dus gingen we nog even terug spieken of die Grand Geyser het al op een spuiten had gezet: de bankjes voor deze geyser zaten sjokvol: iedereen wachtte in spanning de uitbarsting af … we zetten ons erbij: de tijd verstreek, de mensen werden ongeduldiger, de kinderen vervelender, de muggen hardnekkiger, de temperatuur lager en de zon zakte lager, maar een gigantische uitbarsting kwam er maar niet.

Het HAD wel iets: zo ongeduldig wachten als verwende westerse mensen, op een oeroud natuurfenomeen … maar tegen 21u hadden we er toch ECHT genoeg van. 21u30 zaten we in onze auto: en geen Grand-uitbarsting gezien.
We waren nog maar goed en wel de parking af of: WIEW WIEW WIEW; rode en blauwe lichten everywhere: jaja, de cops hielden ons tegen. We keken elkaar aan, en we waren er vrij zeker van de we niks mispeuterd hadden. Het duurde een eeuwigheid voor die agent uit zijn auto kwam, dus liep Jurgen zelf maar naar die flikkenauto toe: o my god, toen waren we écht criminelen.
Cop: “Step back in your car sir” “ close the door” “open the window” “you were crossing that yellow line at least 6 times sir” “you gonna hit other people if you drive that way”
We hadden gelukkig het verstand om maar gewoon jaja te knikken, en vriendelijk te wezen. Nadat hij paspoort en rijbewijs had gecheckt kwam hij uitleggen dat hij gewoon wilde checken of we niet dronken waren ….
Na dit avontuur, en nog een uur donkere yellowstone bergwegen later, konden we naar ons bed.