Nadien nog wat blogteksten geschreven in de tuin; pas na half 11 vertrokken we richting Yellowstone. De grote Noordelijke ingangspoort lag maar 200m van de B&B. Vlak voor de ingang was er nog een gezellige rij shops, waar we ons nog voorzagen van zonnebrandcrème en muggenspray; jaja, het is goed te merken dat we een pak zuidelijker zitten; brandende zon, héét en aggressieve insecten.
Met een aangestipt plannetje uit het Visitor center reden we het natuurpark binnen; de grote drukte was meteen merkbaar, maar het was nog wel te doen. We starten bij het noordelijke punt “Mammoth hotsprings”; onze eerste confrontatie met een leven zoals het er op Mars moet uitzien: bizar! Het was 12 jaar geleden dat ik er nog met mama & papa geweest was; en ik herkende echt vrij weinig terug. Ik was toen nog maar 15, maar van alle andere parken waar Jurgen en ik terug naartoe zijn geweest had ik toch meer herkenningspunten. Yellowstone veranderd dan ook continu.
Op voorhand hadden we Podcasts gedownload; korte filmpjes die we op bepaalde plaatsen in het park konden kijken; dat was héél interessant! We reden op de Noordelijke kronkel naar Lamar Valley; geen warmwaterbronnen of dunne aardkorsten hier, maar er zou veel wildlife te zien zijn. Jurgen was al dagen aan het “zagen” bij elke koe die we tegen kwamen, of dit nu bizons waren; maar tot hiertoe geen gezien. We namen even een eenrichtings-zijweggetje – ook niks te zien – tot opeens een file: er stonden enkele bizons op dat smalle bergwegske! We moesten er op een haar voorbij, en het beest stond letterlijk oog in oog: tof!
Heel de namiddag hebben we verder weinig spectaculairs gezien; natuurlijk wel veel mensen die langs de weg urenlang liggen staren door hun verrekijker, alsook schitterende vergezichten over deze bergen. Enkele korte wandelingetjes bij “viewpoints” bezorgden ons allebei toch ferm wat koppijn; achteraf denken we echt dat dit door de inspanning op grotere hoogte kwam: afin, dat is dan meteen onze hoogtestage om binnen enkele weken in Belgie beter te kunnen sporten, haha.
Tegen 18u30 gingen we onze slaapplaats maar eens opzoeken; ik had een aantal weken geleden nog de laatste 2 vrije plaatsen in het hele park kunnen reserveren (en er zijn echt 1000-den kamers over heel het park; van very basic tot heel chique; en de meeste zijn al maanden op voorhand volzet). Het waren de goedkoopste nachten van de hele vakante, en dat in een Nationaal Park, dus ik had er al niet veel van verwacht. Maar toen we de “barakskes” zagen, wat men mooi “lodges” noemt, hadden we wel wat spijt niet extra nachten in het B&B te zijn gebleven. Maar wat schemerlampjes, en eigen spullen over de kamer doen al vlug wonderen, en al met al viel het nog mee; een dergelijke lodge op Safari in Afrika zal een heel ander verhaal zijn, maar in Amerika val je nooit écht mis.
We gingen nog dineren in de plaatselijke “vreetschuur”; ik had een kleine zonneslag en kreeg van de misselijkheid – en van het vreselijke nieuws van mijn lieve peter die dag – geen hap door mijn keel. Jurgen heeft zijn eerst bestelde “ribeye” gewoon teruggestuurd (en degene die hem kennen weten dat het dan al écht erg moet zijn); zijn daarna bestelde hamburger is wel volledig binnengespeeld.
In deze village is er echt NIKS te doen na 10u ’s avonds; iedereen gaat vroeg slapen en staat bij daglicht (6u) weer op. Dus wij deden daar dan maar mee mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten